24
Weetjes over ons clublied
HET CLUBLIED, door Joop Jaspers
Op de website van de club staat, van de hand van Eric Wonink (Tableau), een stuk gewijd aan ons clublied. Hij belicht daarin voornamelijk de tekst van het refrein. Bij mijn naspeuringen in de archieven heb ik een volledige versie van het lied aangetroffen, vergezeld van enkele ludieke aanwijzingen betreffende de vertolking en verklaringen omtrent de tekst, die ik onze huidige leden niet wil onthouden.
BALLADE VAN DE ZOELENSE BRUG
(Ballad of the Zulu Bridge)
Op de wijze van:
(Ballad of the Zulu Bridge)
Op de wijze van:
Op naar Jeruzalem marcheren,
Alle lichtekooien stappen uit de kleren
Aanwijzing voor de zang: Op ferme, doch guitige toon
We gaan weer naar de Brug,
Pijn aan m’n rug, pijn aan m’n rug.
Daar zien ze ons steeds terug,
Pijn aan m’n rug, pijn aan m’n rug.
Voor de jonge en de ouwe,
Daar gaan we een eind voor sjouwe,
En als we de Brug passeren,
De Blauwe Knoop de kelere…..
R e f r e i n:
Op naar de Zoelense Brug marcheren,
Om onze kelen weer te smeren,
Schenk ‘m nog een vol, do-re-mi-fa-sol.
We drinken weer en we klinken weer,
Lang Leve Lucas Bols !
Stoot ‘m niet om, stoot ‘m niet om
We dansen de jitterbug,
Wat een geruk, wat een geruk.
We swingen de schoenen stuk,
Wat een geruk, wat een geruk.
De ramen en de muren, die hebben het zwaar te verduren.
En als we dan naar huis toe gaan,
Dan zingen we dat we nooit vergaan…..
R e f r e i n
De terugtocht valt niet mee,
‘k mot naar de plee, ‘k mot naar de plee !
De Linge lijkt wel de zee,
‘k mot naar de plee, ‘k mot naar de plee.
We lopen niet meer, maar zwaaien,
En alles begint te draaien.
En als we ons huis genaderd zijn
Dan zingen we nog eenmaal dit refrein…..
R e f r e i n
Enige noten aangaande het Bargoens en dergelijke
Tous droits réservés pour tous pays, y compris L ‘ Ú.R.S.S.
© Les Compagnons de la Bouteille
Na het einde van de tweede wereldoorlog met al zijn ontberingen en beperkingen ontstond er een grote behoefte aan vrolijkheid en ontspanning. De oprichting van de Kromhouters in 1946 was daar o.a. een uitvloeisel van. Ook samen weer muziek maken. Ėén van de oprichters van onze club, Hein Vallinga, speelde gitaar in een amateurbandje: Les Compagnons de la Bouteille. Zij wilden door hun naam kennelijk uitdrukken dat zij niet uitsluitend muziek maakten. Hier vinden wij de basis van het clublied.
Alle lichtekooien stappen uit de kleren
Aanwijzing voor de zang: Op ferme, doch guitige toon
We gaan weer naar de Brug,
Pijn aan m’n rug, pijn aan m’n rug.
Daar zien ze ons steeds terug,
Pijn aan m’n rug, pijn aan m’n rug.
Voor de jonge en de ouwe,
Daar gaan we een eind voor sjouwe,
En als we de Brug passeren,
De Blauwe Knoop de kelere…..
R e f r e i n:
Op naar de Zoelense Brug marcheren,
Om onze kelen weer te smeren,
Schenk ‘m nog een vol, do-re-mi-fa-sol.
We drinken weer en we klinken weer,
Lang Leve Lucas Bols !
Stoot ‘m niet om, stoot ‘m niet om
We dansen de jitterbug,
Wat een geruk, wat een geruk.
We swingen de schoenen stuk,
Wat een geruk, wat een geruk.
De ramen en de muren, die hebben het zwaar te verduren.
En als we dan naar huis toe gaan,
Dan zingen we dat we nooit vergaan…..
R e f r e i n
De terugtocht valt niet mee,
‘k mot naar de plee, ‘k mot naar de plee !
De Linge lijkt wel de zee,
‘k mot naar de plee, ‘k mot naar de plee.
We lopen niet meer, maar zwaaien,
En alles begint te draaien.
En als we ons huis genaderd zijn
Dan zingen we nog eenmaal dit refrein…..
R e f r e i n
Enige noten aangaande het Bargoens en dergelijke
- De Blauwe Knoop: volkse benaming van organisatie ter beteugeling van de drankzucht.
- Kelere: verbastering van cholera. Bijvoorbeeld in verwensingen, gebezigd in kazernes en dergelijke etablissementen.
- Lucas Bols: groot vaderlander, weldoener der mensheid.
- Jitterbug: folkloristische turnoefeningen, in zwang geraakt na de tweede wereldoorlog.
- Plee: gemeenzame aanduiding van onontbeerlijke sanitaire zetel, veelal van simpele makelij.
Tous droits réservés pour tous pays, y compris L ‘ Ú.R.S.S.
© Les Compagnons de la Bouteille
Na het einde van de tweede wereldoorlog met al zijn ontberingen en beperkingen ontstond er een grote behoefte aan vrolijkheid en ontspanning. De oprichting van de Kromhouters in 1946 was daar o.a. een uitvloeisel van. Ook samen weer muziek maken. Ėén van de oprichters van onze club, Hein Vallinga, speelde gitaar in een amateurbandje: Les Compagnons de la Bouteille. Zij wilden door hun naam kennelijk uitdrukken dat zij niet uitsluitend muziek maakten. Hier vinden wij de basis van het clublied.
Middels twee zusters van Hein die beiden nog leven, heb ik de bezetting van het bandje vernomen. Tiny Vallinga, inmiddels 97 jaar, woont in Toronto Canada. Zij maakte deel uit van het eerste bestuur van onze club. Haar zuster Gonny (91) woont in Rosmalen.
Hein was de enige hockeyer in het bandje, maar er bestond een sterke connectie met de club. In die tijd een soort huisband dus. Voor de volledigheid geef ik de namen van de bandleden.
Piano: Bertus Wijberg; Trompet: Joop Blom; Drums: Ton Jonkers; Klarinet: Ad ………; Zang: Klaartje Hoorneman; Gitaar: Hein Vallinga.
Hein was de enige hockeyer in het bandje, maar er bestond een sterke connectie met de club. In die tijd een soort huisband dus. Voor de volledigheid geef ik de namen van de bandleden.
Piano: Bertus Wijberg; Trompet: Joop Blom; Drums: Ton Jonkers; Klarinet: Ad ………; Zang: Klaartje Hoorneman; Gitaar: Hein Vallinga.
Helaas heb ik geen partituur van het clublied kunnen achterhalen. Volgens enkele berichten is er van het clublied ooit een grammofoonplaat gemaakt. Maar ook die is niet gevonden.
Joop Jaspers
Joop Jaspers