15
Ons Kromhouters erfgoed … Cricket
De een zal er meer bewust van zijn dan de ander, maar Cricket heeft ook ooit deel uitgemaakt van onze vereniging. Kijk maar eens naar ons clublogo en onze naam: Tielse Hockey en Cricket Club (THCC).Eric Wonink schreef vele columns voor de Kromhouters, één daarvan was een column (uit 2006) over cricket bij de Kromhouters.
Speciaal voor ons en het jubileumjaar heeft Eric de tekst iets aangepast en voorzien van een naschrift.
In deze column komt ook nog een oude bekende voor: Cees Metselaar.
Veel leesplezier!
#wijzijndekromhouters75
Hoofdstuk 7
Cricket
In deze kroniek over het verleden van onze club maak ik een zijstap naar een onderdeel van de THCC de Kromhouters, het cricket. In een recente Hoenderik verscheen een artikel van Aad Schreuders met een oproep aan de leden zich aan te melden voor the King of Sports.
L’histoire se répète (That’s not cricket!!). In de zeventiger jaren werd de cricketafdeling op initiatief van onze oud voorzitter Eddy "Ros” van Rosmalen tezamen met twee gerenommeerde cricketers, Cees Slagter en Wilbert Stembord opgericht. Ook toen een artikel met een oproep zich aan te melden.
Aldus geschiedde. Ondergetekende waagde zich met enkele hockeyers aan de ogenschijnlijk onbegrijpelijke regels van dit o zo Engelse spel. Tijdens mijn vakanties op het eiland was ik met deze sport in aanraking gekomen. Uren, soms dagen, zaten we voor de TV, terwijl mijn gastheer mij de regels van het spel verklaarde. Hij nam me zelfs mee naar zogenaamde countywedstrijden, alwaar een verkortte vorm van het spel werd uitgevoerd, onderwijl aangemoedigd door een grote schare fanatieke supporters van zowel het moederland, the pubs waren nog dicht en hier was bier te verkrijgen, als van de overzeese gebiedsdelen (the West-Indies).
Wil je mensen enthousiast maken voor deze sport dan is toch wel handig te weten waarover het gaat. Ik zal proberen de regels, waarvan de liefhebbers stellen, dat deze in het geheel niet ingewikkeld zijn, op een simpele manier uit te leggen. Daar gaan we:
Midden in het veld omgeven door een doorgetrokken witte kalklijn (de boundary = grens van het veld) bevindt zich een langwerpige mat van ruim 20 meter lengte. Aan beide uiteinden van deze mat staan twee poortjes (wickets). Je hebt twee partijen van elf man. Een aanvallende en een verdedigende partij en er staan nog 2 umpires (scheidsrechters) bij voornoemde wickets.
De verdedigende partij werpt de ballen (bowlen genaamd). Dat gebeurt met een gestrekte arm (een soort molenwiek beweging). De bowler probeert de batsman 'uit' te gooien. Dat kan op verschillende manieren. De mooiste manier is de bal door het wicket te werpen. Eveneens ben je gezien wanneer de geslagen bal wordt gevangen. Ook kan een slagman een bal stoppen met zijn beenbeschermers. De scheidsrechter beoordeelt of de bal alsnog door het wicket zou zijn gegaan.
Deze umpire voert die beoordeling pas uit nadat de bowler of iemand van het aanvallende team roept "How’s that”. Je moet dus protesteren. Dit aspect van het spel moet een hockeyer zeker aanspreken. Indien de scheidsrechter bepaalt dat de slagman uit is, steekt hij één vinger op. Niet de middelvinger, maar een waarschuwend wijsvingertje. Als de slagman niet uit is, schud de scheids meewarig nee.
De aanvallende partij verdedigt het wicket en probeert punten te scoren door de bal weg te slaan (het batten) en daarbij van het ene wicket naar het andere wicket te rennen (dat is één run/punt). Een bowler werpt per keer zes ballen (een "over”); vervolgens bowlt de andere bowler ook zes ballen. De scheidsen houden dit bij. Tegenwoordig bestaat een wedstrijd uit veertig of vijftig "overs”. Dat bevordert de scoringsdrift van the batsmen. Wie de meeste runs scoort wint.
Ondergetekende was bowler. Batten was niet mijn sterkste kant. De ballen werden, vooral door onze Pakistaanse tegenstanders, wel érg snel mijn richting op gegooid. Een hard geslagen hockeybal (met richel) kent een mooi geluid, trstrstrstrstrstrstrst. Met eenzelfde snelheid en geluid vlogen de ballen om mijn oren en meestal door het wicket. Bowlen was voor mij a different cup of tea. Ik was daar, in alle bescheidenheid, redelijk goed in. Een bowler wrijft, om meer "spin”effect te kunnen genereren, de rode cricketbal glad in zijn kruisstreek. Een beetje bowler had in die regio dan ook een rode vlek. Stoer. En gaf een goed gevoel ook.
Het cricket heeft zijn eigen etiquette. En daar verkeken we ons nog wel eens op in the old days. Je mocht pas het veld in, wanneer de batsman, die "uit” was over de boundary was gestapt. Wij stonden dan meestal al in het veld en werden bestraffend door de captain teruggeroepen. Onderwijl werd voor de man langzaam geklapt; een handeling die na elke goede actie wordt gebezigd. Ook wennen was het volgende: de wedstrijd wordt onderbroken, terwijl je net lekker bezig bent voor de lunch (!!) of thee (nou ja) .
De basis van het elftal bestond in die jaren, naast voornoemde heren, onder meer uit Joop Jaspers, "Dikke” Willem van de Valk, maar vooral toch uit de familie van Rosmalen. Eddy, Dicky en Lex aangevuld met een ieder die maar dicht in de buurt van de drie dochters van Rosmalen wilden komen, de schoonzonen. Eddy hanteerde het cricket als een selectie-procedure voor kandidaat schoonzonen voor zijn dochters. Ik denk dat een nieuw team uit de tweede generatie van Eddy’s genen zal bestaan. Dat zijn dan de eventuele zonen van de schoonzonen (o.a. Aad Schreuders) aangevuld met jongens die in de buurt van hún dochters willen verkeren.
We zullen zien of op basis van de oproep en dit stuk het cricket nieuw leven wordt ingeblazen. Mijn advies: try and you’ll be surprised.
Tableau
Eric Wonink
Naschrift:
Het ontstaan van THCC de Kromhouters (voorheen THC)
Voornoemde heren, Cees Slagter en Wilbert Stembord, meldden zich in 1970 bij het bestuur van de Kromhouters. Zij waren op zoek naar een accommodatie om een cricketclub te starten. Voorzitter Eddy van Rosmalen en secretaris Joop Jaspers, zelf oud cricketer, hadden hierin wel interesse. Van Rosmalen had al het idee om (sport) activiteiten ook tijdens de zomerstop op ons complex te entameren. De gemeente zou het gras dan regelmatig maaien; dat was goed voor het gras en het zou wellicht ook tot nieuwe leden kunnen leiden.
Op 1 maart 1970 werd de(C)ricket (C)lub (B)etuwe opgericht . In 1979 werd in de statuten een naamswijziging doorgevoerd. (T)ielse (H)ockey en (C) ricket (C)lub. THCC de Kromhouters.
De club heeft nooit meer dan 22 leden mogen tellen.
De cricketmat op de Medelsestraat bevond zich tussen veld 1 en 2. Op onze huidige locatie lag de mat tussen veld 2 en 3. Naast een aantal Engelsen meldde in 1980 ook Cees Metselaar zich als lid aan. Cees was een oud cricketer. Helaas was de jeugd minder enthousiast over het spel; daardoor stagneerde de doorstroming en kon geen team meer op de been worden gebracht. Zo beleefde de CCB haar laatste seizoen in 1991. Sindsdien is de naam van onze club nog steeds THCC de Kromhouters.
Cees werd vervolgens commissaris van de materiaalcommissie van de Kromhouters en was als lid wekelijks op de velden te zien en nadrukkelijk aanwezig bij de ALV's. Ook nadat een herseninfarct hem trof. Dat belette hem niet met zijn scootmobiel langs de velden 'te scheuren'.
Eric Wonink
Tableau
April 2021
Cricket
In deze kroniek over het verleden van onze club maak ik een zijstap naar een onderdeel van de THCC de Kromhouters, het cricket. In een recente Hoenderik verscheen een artikel van Aad Schreuders met een oproep aan de leden zich aan te melden voor the King of Sports.
L’histoire se répète (That’s not cricket!!). In de zeventiger jaren werd de cricketafdeling op initiatief van onze oud voorzitter Eddy "Ros” van Rosmalen tezamen met twee gerenommeerde cricketers, Cees Slagter en Wilbert Stembord opgericht. Ook toen een artikel met een oproep zich aan te melden.
Aldus geschiedde. Ondergetekende waagde zich met enkele hockeyers aan de ogenschijnlijk onbegrijpelijke regels van dit o zo Engelse spel. Tijdens mijn vakanties op het eiland was ik met deze sport in aanraking gekomen. Uren, soms dagen, zaten we voor de TV, terwijl mijn gastheer mij de regels van het spel verklaarde. Hij nam me zelfs mee naar zogenaamde countywedstrijden, alwaar een verkortte vorm van het spel werd uitgevoerd, onderwijl aangemoedigd door een grote schare fanatieke supporters van zowel het moederland, the pubs waren nog dicht en hier was bier te verkrijgen, als van de overzeese gebiedsdelen (the West-Indies).
Wil je mensen enthousiast maken voor deze sport dan is toch wel handig te weten waarover het gaat. Ik zal proberen de regels, waarvan de liefhebbers stellen, dat deze in het geheel niet ingewikkeld zijn, op een simpele manier uit te leggen. Daar gaan we:
Midden in het veld omgeven door een doorgetrokken witte kalklijn (de boundary = grens van het veld) bevindt zich een langwerpige mat van ruim 20 meter lengte. Aan beide uiteinden van deze mat staan twee poortjes (wickets). Je hebt twee partijen van elf man. Een aanvallende en een verdedigende partij en er staan nog 2 umpires (scheidsrechters) bij voornoemde wickets.
De verdedigende partij werpt de ballen (bowlen genaamd). Dat gebeurt met een gestrekte arm (een soort molenwiek beweging). De bowler probeert de batsman 'uit' te gooien. Dat kan op verschillende manieren. De mooiste manier is de bal door het wicket te werpen. Eveneens ben je gezien wanneer de geslagen bal wordt gevangen. Ook kan een slagman een bal stoppen met zijn beenbeschermers. De scheidsrechter beoordeelt of de bal alsnog door het wicket zou zijn gegaan.
Deze umpire voert die beoordeling pas uit nadat de bowler of iemand van het aanvallende team roept "How’s that”. Je moet dus protesteren. Dit aspect van het spel moet een hockeyer zeker aanspreken. Indien de scheidsrechter bepaalt dat de slagman uit is, steekt hij één vinger op. Niet de middelvinger, maar een waarschuwend wijsvingertje. Als de slagman niet uit is, schud de scheids meewarig nee.
De aanvallende partij verdedigt het wicket en probeert punten te scoren door de bal weg te slaan (het batten) en daarbij van het ene wicket naar het andere wicket te rennen (dat is één run/punt). Een bowler werpt per keer zes ballen (een "over”); vervolgens bowlt de andere bowler ook zes ballen. De scheidsen houden dit bij. Tegenwoordig bestaat een wedstrijd uit veertig of vijftig "overs”. Dat bevordert de scoringsdrift van the batsmen. Wie de meeste runs scoort wint.
Ondergetekende was bowler. Batten was niet mijn sterkste kant. De ballen werden, vooral door onze Pakistaanse tegenstanders, wel érg snel mijn richting op gegooid. Een hard geslagen hockeybal (met richel) kent een mooi geluid, trstrstrstrstrstrstrst. Met eenzelfde snelheid en geluid vlogen de ballen om mijn oren en meestal door het wicket. Bowlen was voor mij a different cup of tea. Ik was daar, in alle bescheidenheid, redelijk goed in. Een bowler wrijft, om meer "spin”effect te kunnen genereren, de rode cricketbal glad in zijn kruisstreek. Een beetje bowler had in die regio dan ook een rode vlek. Stoer. En gaf een goed gevoel ook.
Het cricket heeft zijn eigen etiquette. En daar verkeken we ons nog wel eens op in the old days. Je mocht pas het veld in, wanneer de batsman, die "uit” was over de boundary was gestapt. Wij stonden dan meestal al in het veld en werden bestraffend door de captain teruggeroepen. Onderwijl werd voor de man langzaam geklapt; een handeling die na elke goede actie wordt gebezigd. Ook wennen was het volgende: de wedstrijd wordt onderbroken, terwijl je net lekker bezig bent voor de lunch (!!) of thee (nou ja) .
De basis van het elftal bestond in die jaren, naast voornoemde heren, onder meer uit Joop Jaspers, "Dikke” Willem van de Valk, maar vooral toch uit de familie van Rosmalen. Eddy, Dicky en Lex aangevuld met een ieder die maar dicht in de buurt van de drie dochters van Rosmalen wilden komen, de schoonzonen. Eddy hanteerde het cricket als een selectie-procedure voor kandidaat schoonzonen voor zijn dochters. Ik denk dat een nieuw team uit de tweede generatie van Eddy’s genen zal bestaan. Dat zijn dan de eventuele zonen van de schoonzonen (o.a. Aad Schreuders) aangevuld met jongens die in de buurt van hún dochters willen verkeren.
We zullen zien of op basis van de oproep en dit stuk het cricket nieuw leven wordt ingeblazen. Mijn advies: try and you’ll be surprised.
Tableau
Eric Wonink
Naschrift:
Het ontstaan van THCC de Kromhouters (voorheen THC)
Voornoemde heren, Cees Slagter en Wilbert Stembord, meldden zich in 1970 bij het bestuur van de Kromhouters. Zij waren op zoek naar een accommodatie om een cricketclub te starten. Voorzitter Eddy van Rosmalen en secretaris Joop Jaspers, zelf oud cricketer, hadden hierin wel interesse. Van Rosmalen had al het idee om (sport) activiteiten ook tijdens de zomerstop op ons complex te entameren. De gemeente zou het gras dan regelmatig maaien; dat was goed voor het gras en het zou wellicht ook tot nieuwe leden kunnen leiden.
Op 1 maart 1970 werd de(C)ricket (C)lub (B)etuwe opgericht . In 1979 werd in de statuten een naamswijziging doorgevoerd. (T)ielse (H)ockey en (C) ricket (C)lub. THCC de Kromhouters.
De club heeft nooit meer dan 22 leden mogen tellen.
De cricketmat op de Medelsestraat bevond zich tussen veld 1 en 2. Op onze huidige locatie lag de mat tussen veld 2 en 3. Naast een aantal Engelsen meldde in 1980 ook Cees Metselaar zich als lid aan. Cees was een oud cricketer. Helaas was de jeugd minder enthousiast over het spel; daardoor stagneerde de doorstroming en kon geen team meer op de been worden gebracht. Zo beleefde de CCB haar laatste seizoen in 1991. Sindsdien is de naam van onze club nog steeds THCC de Kromhouters.
Cees werd vervolgens commissaris van de materiaalcommissie van de Kromhouters en was als lid wekelijks op de velden te zien en nadrukkelijk aanwezig bij de ALV's. Ook nadat een herseninfarct hem trof. Dat belette hem niet met zijn scootmobiel langs de velden 'te scheuren'.
Eric Wonink
Tableau
April 2021
Cees Metselaar
Eddie van Rosmalen